Bij introductie moet hele keten meebewegen

In de rubriek ‘In gesprek met…’ spreken wij mensen uit de glastuinbouw over de dingen die hen bezighouden. Dit keer: Jeroen Kimmels, founder en managing partner van Future Food Fund. Dit investeringsfonds steunt startups die met nieuwe technieken en producten bijdragen aan verduurzaming van de internationale voedselketen. Daarbij kijkt de investeerder ook naar de glastuinbouw.

Future Food Fund is opgericht door Peter Arensman en Jeroen Kimmels. Beiden hebben agrarische roots en wilden graag via een investeringsfonds bijdragen aan een duurzamere wereld en het tegengaan van klimaatverandering. Zij kozen voor de food en agrisector. Uit  hun verkenning bleek dat mondiaal daarmee de grootste impact valt te maken op het klimaat. De hightech glastuinbouw zien ze als een sector die een belangrijke bijdrage kan leveren aan hun doelen.

Hoe groot is jullie investeringsfonds?
“We hebben twee fondsen met durfkapitaal van vooral particuliere investeerders. Eén gericht op Nederland, waarbij de RVO de inleg verdubbeld heeft. Het andere fonds is gericht op West-Europa en is mede gefinancierd door het European Investment Fund. In totaal betreft het 55 miljoen euro.”

Waar letten jullie op bij pitches van startups?
“Hun nieuwe technologie of product moet bijdragen aan de fondsdoelen en bovendien snel schaalbaar zijn. In potentie moet de innovatie groot kunnen worden. In een portfolio heb je een paar winners nodig, want van veel start-ups is het onzeker of ze slagen. Jaarlijks zien wij wel zo’n 200 pitches, uiteindelijk kiezen we een handvol startups uit om in te investeren. Belangrijke feedback die we meegeven gaat over hoe realistisch de plannen zijn.”

Heb je voorbeelden?
“Binnen de glastuinbouwsector hebben we geïnvesteerd in onder meer Foamplant en  Phenospex. De laatste maakt multi-spectrale camera’s om de groei van planten te monitoren. Ze worden nu voornamelijk verkocht aan zaadbedrijven en universiteiten. Voor productiebedrijven zijn de camera’s vaak nog te prijzig. Foamplant werkt aan de marktintroductie van een biologisch afbreekbaar substraat. Het zijn plugjes van een afbreekbaar schuimproduct waarin een tomatenzaadje kan ontkiemen en verder op te kweken is tot en met de oogst. Nu wordt er nauwelijks biologisch voedsel in een hightech kas geteeld, omdat dit in de grond moet. Dat heeft ook met de wetgeving te maken. Dus eerst moet de wetgeving veranderen om deze nieuwe, duurzame techniek te kunnen introduceren.”

Wat maakt innoveren zo uitdagend?
“Het feit dat een nieuwe productietechniek een keten van verandering te weeg kan brengen in een hele keten. Alle schakels moeten meewerken om de innovatie te laten slagen. Neem het voorbeeld van Foamplant. Voor dit teeltmedium moet de wetgeving aangepast worden. Vervolgens moeten leveranciers van substraat dit willen leveren aan hun klanten, waar ze nu vertrouwd zijn met andere producten. En omdat het wat duurder zou kunnen zijn, moet de consument een hogere prijs betalen voor deze groenten. Startups moeten zich realiseren dat ze alle schakels nodig hebben.”

Welke potentie heeft de glastuinbouw voor jullie?
“Vrijwel alle aspecten van deze sector zijn positief en duurzaam. Behalve het energiegebruik, maar die kan in de toekomst ook CO2-neutraal worden. Dus er is veel potentie. Wij kijken daarom ook naar robotica die arbeid vervangend is. Al dient dat niet direct onze klimaatdoelen, op die manier kunnen we wel een sector stimuleren die duurzamer scoort dan de buitenteelten.”

Bron: Goedemorgen

Share on